(maar het zal wel al te laat zijn?)
Toen Hendrikje van Andel twee jaar geleden op 115-jarige leeftijd stierf was ze de oudste vrouw van Nederland. Nuchtere Friezin als ze kennelijk was, stelde ze haar lichaam ter beschikking aan de wetenschap – een unieke kans want ondanks de vergrijzing blijven dode hoogbejaarden zeldzaam.
Alsof ze met die laatste daad het bewijs niet al geleverd had, maakte de hoogleraar die met het lichaam aan de slag mocht deze week bekend dat haar hersens kort voor haar dood nog perfect functioneerden. Ze had nauwelijks aderverkalking en de bloedvaten in haar hersenen waren niet beschadigd.
In zijn enthousiasme vergat hij wel even zich te houden aan de privacy-wetgeving, tot grote schrik van de leiding van zijn ziekenhuis.
Deze publicatie in een medisch-wetenschappelijk tijdschrift gaat dus over een willekeurige mevrouw die op 115-jarige leeftijd overleed. Iedere overeenkomst met identificeerbare supercentenarians berust op toeval en u hebt het niet van mij.
Ik laat mij toch liever niet helemaal opensnijden. Opzetten en in de living zetten, dat wel. Of plastificeren.
Ze is toch 115 geworden. Niet klagen, zeg ik dan.